dinsdag 7 juli 2009

Nieuwe Riciardiaanse equivalentie

In de negentiende eeuw bedacht David Ricardo een visie op de effecten van de overheidsschuld. Barro werkte dit uit in een model dat de naam Ricardiaanse equivalentie kreeg. De intuïtie achter Ricardiaanse equivalentie is dat alle staatsschuld ooit moet worden afgelost. Hiervoor zullen inkomsten voor de staat moeten worden gegenereerd om het aflossen van de schuld te financieren. Staatsschuld is in deze visie daarom niets meer of minder dan uitgestelde belastingheffing. Omdat voor de consumenten het vermogen gedurende hun hele leven relevant is, wegen ze deze toekomstige belastingaanslag mee in hun huidige bestedingsbeslissing. Tijdelijke bestedingsimpulsen ten laste van de staatsschuld zijn ineffectief omdat de burger weet dat er in de toekomst minder inkomen tegenoverstaat doordat zij geconfronteert zullen worden met een hogere belastingheffing. In tijden van crisis waarbij particuliere schulden in sommige landen op het hoogtse punt ooit staan lijkt het besef dat Ricardo formuleerde voor de staat ook in te slaan bij consumenten.

Je zou het huidige gedrag van consumenten met hoge schulden eigenlijk kunnen typeren als een nieuwe vorm van Ricardiaanse equivalentie (laten we het nieuwe Ricardiaanse equivalentie noemen). Door de recessie heeft de consument opeens weer oog voor de totale lastendruk over de tijd heen. Consumenten zullen daarom de belastingverlaging niet besteden en een lagere prijs voor geleend geld niet benutten. Nee, de extra netto inkomsten worden gespaard om er te zijner tijd de hogere toekomstige belastingen van te betalen/ schulden mee af te lossen.

Gevolgen: Huishoudens met hoge schuldenlast (met name VS, UK en aantal Oost Europeanen) brengen hun uitgavepatroon terug naar een lager/minimumniveau. Ondanks dat geld nu goedkoper wordt aangeboden worden geen extra schulden opgenomen omdat ze weten dat de toekomstige inkomensstroom minder zal zijn door (1) de effecten van de recessie op hun inkomen uit werk (2) de effecten van de recessie op hun vermogensontwikkeling (3) de angst voor oplopende rentes in de toekomst. M.a.w. door de hoge schuldenlast wordt monetaire stimulering een stuk minder effectief (nog los van het probleem van de banken). Als Ricardo gelijk had is ook fiscale stimulering niet erg effectief. Kortom, aan somberte geen gebrek.

2 opmerkingen:

  1. Reactie Jan Hein:
    Ook speelt bij het hand op de knip gedrag van consumenten in door de uiteengespatte bubbel mogelijk hetvolgende nog een rol:

    - verminderd vertrouwen dat allerlei sociale voorzieningen en pensioenen in de toekomst nog op het huidige niveau kunnen worden gehandhaafd (incl. bv ook collegegelden) leidt tot EXTRA spaargedrag in het heden. In deze gedachte kijken burgers niet alleen naar de opgelopen staatsschuld, maar ook naar het groeivermogen voor de toekomst, het toekomstig verdienvermogen van het gemiddelde huishouden, en daarbij de belastinggrondslag.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik geloof niet zo in die über rationaliteit van mensen, maar geloof wel dat onzekerheid de mensen op dit moment schuw maakt waar het op consumptie aankomt

    BeantwoordenVerwijderen